Gedwongen vestiging van pandrecht
Gedwongen vestiging van pandrecht
De gedwongen vestiging van pandrecht is een van de drie executiemiddelen die beschikbaar zijn bij de tenuitvoerlegging op onroerend goed. In tegenstelling tot de gedwongen administratie, die de lopende inkomsten van een onroerend goed omvat, en de gedwongen verkoop, die gericht is op de verkoop van het object, verschaft de gedwongen vestiging van pandrecht de schuldeiser een uitvoerbaar pandrecht, maar geen onmiddellijke financiële voldoening.
Het executiemiddel is geregeld in § 88 EO. Volgens deze bepaling kan de gedwongen vestiging van een pandrecht worden uitgevoerd op een onroerend goed, een aandeel in een onroerend goed, een opstal of een erfpachtrecht van de verplichte partij.
Partijen bij de gedwongen vestiging van pandrecht
Bij de gedwongen vestiging van pandrecht staan twee partijen tegenover elkaar. De executerende schuldeiser is de persoon die een uitvoerbare geldvordering bezit en de inschrijving van het pandrecht aanvraagt. De schuldenaar is de eigenaar van het betrokken onroerend goed of het betrokken recht. Het pandrecht wordt op zijn object ingeschreven en dient als zekerheid voor de vordering van de executerende schuldeiser.
Executieverzoek
De gedwongen vestiging van een pandrecht wordt ingeleid met een executieaanvraag. De executie geschiedt door de boekhoudkundige incorporatie van het pandrecht op het aan te voeren onroerend goed van de verplichte partij.
Bevoegd voor de vergunning en de tenuitvoerlegging is die Bezirksgericht dat het kadaster van het betreffende onroerend goed beheert. De beslissing over de gedwongen vestiging van een pandrecht wordt genomen door de griffier.
Uitvoering
De uitvoering vindt plaats door inschrijving van het pandrecht in het kadaster. Daarbij wordt de vordering waarvoor het pandrecht wordt ingeschreven, uitdrukkelijk als uitvoerbaar aangeduid.
De inschrijving van het pandrecht heeft tot gevolg dat de schuldeiser zijn vordering ook tegenover latere eigenaren van het onroerend goed door executie kan afdwingen. Daardoor blijft het pandrecht bij eigendomsoverdracht behouden.
Opheffing of beperking
De verplichte partij kan verzoeken om het gedwongen gevestigde pandrecht op te heffen of te beperken, indien de schuldeiser daardoor een grotere zekerheid verkrijgt dan wettelijk is voorzien.
Een beperking kan met name betekenen dat het pandrecht slechts wordt beperkt tot afzonderlijke onroerende goederen of opstallen. De verplichte partij moet de redenen voor zijn aanvraag aantonen.
Peter HarlanderHarlander & Partner Rechtsanwälte „De kracht van de gedwongen vestiging van een pandrecht ligt niet in de snelle toegang, maar in het juridisch gewaarborgde bestaan.“
Uw voordelen met juridische ondersteuning
Een advocaat zorgt ervoor dat het executieverzoek correct wordt ingevuld en alle vereiste gegevens en documenten volledig zijn. Hij controleert of aan de formele vereisten is voldaan en dient het verzoek in bij de bevoegde rechtbank.
Een gespecialiseerd advocatenkantoor int uw vordering betrouwbaar en vermijdt vertragingen.
- Begeleiding tijdens de gehele executieprocedure
- Ondersteuning bij de handhaving van uw vorderingen
- Vertegenwoordiging van uw belangen tegenover alle betrokkenen