Diefstal met geweld

Roofto diefstal overeenkomstig § 131 StGB is aan de orde wanneer iemand na een diefstal op heterdaad wordt betrapt en in die situatie geweld gebruikt tegen een persoon of dreigt met een onmiddellijk gevaar voor lijf of leven, om zichzelf of een derde de reeds weggenomen zaak te behouden. De delictsomschrijving vereist een voltooide of ten minste poging tot diefstal en omvat het gedrag in het beveiligingsstadium na de wegneming. Het geweld of de bedreiging dient niet om de zaak te verkrijgen, maar uitsluitend om de zaak te behouden of de vlucht mogelijk te maken. Doorslaggevend is dat de escalatie pas na ontdekking van de daad plaatsvindt. Reeds een kortstondige feitelijke macht over de zaak is voldoende. De verhoogde wederrechtelijkheid ligt in het achteraf aanwenden van geweld ter verzekering van het vermogensvoordeel.

De diefstal met geweld volgens § 131 StGB is een diefstal waarbij de dader na ontdekking van de daad geweld gebruikt of dreigt met een onmiddellijk gevaar voor lijf of leven om de weggenomen zaak te behouden.

Diefstal met geweld volgens § 131 StGB: voorwaarden, afbakening van roof, strafmaat en afleiding begrijpelijk uitgelegd.
Rechtsanwalt Sebastian Riedlmair Sebastian Riedlmair
Harlander & Partner Rechtsanwälte
„Diefstal met geweld is alleen aanwezig als het geweld pas na ontdekking van de wegneming wordt ingezet en uitsluitend dient om de reeds verkregen zaak veilig te stellen.“

Objectieve delictsomschrijving

De objectieve delictsomschrijving van § 131 StGB vereist een diefstal volgens § 127 StGB. Het vereist daarom de wegneming van een vreemde roerende zaak. Wegnemen betekent dat de dader de feitelijke macht van de rechthebbende opheft en zelf of door een derde nieuw bezit vestigt, dus de zaak aan zich neemt en de controle daarover aan de vorige bezitter ontneemt.

Daarnaast vereist diefstal met geweld een bijzondere escalatie na de wegneming. De dader wordt bij de diefstal op heterdaad betrapt en gebruikt in die situatie geweld tegen een persoon of dreigt met een onmiddellijk gevaar voor lijf of leven volgens § 89 StGB. Doorslaggevend is daarom niet alleen de inbreuk op de vreemde beschikkingsmacht, maar het achteraf veiligstellen, waarmee de dader het reeds verkregen bezit veiligstelt.

Ook bij diefstal met geweld is reeds de kortstondige verkrijging van de feitelijke macht voldoende, als de rechthebbende daardoor de controle verliest. Een duurzaam bezit of een later gebruik is niet vereist. Het geweld of de dreiging hoeft niet de wegneming, maar het behoud van de zaak te dienen.

Diefstal met geweld beschermt het vreemde vermogen tegen diefstallen die na ontdekking van de daad door geweld of levensbedreigende dreiging worden veiliggesteld, en sluit als kwalificatie aan op het basisbestanddeel van de diefstal aan.

Kwalificerende omstandigheden

Een diefstal met geweld volgens § 131 StGB is aanwezig wanneer de dader

Een bijzonder gekwalificeerde vorm van succes is aanwezig wanneer het geweld een lichamelijk letsel met zware blijvende gevolgen volgens § 85 StGB of de dood van een mens tot gevolg heeft. In deze gevallen wordt de strafmaat aanzienlijk verhoogd.

Toetsingsstappen

Dader:

Dader kan iedere strafrechtelijk verantwoordelijke persoon zijn die een vreemde zaak wegneemt en na ontdekking van de daad geweld gebruikt of met onmiddellijk levens- of gezondheidsgevaar dreigt. Bijzondere persoonlijke eigenschappen zijn niet vereist.

Slachtoffer:

Object van de daad is iedere vreemde roerende lichamelijke zaak met vermogenswaarde. Vreemd is een zaak indien deze niet uitsluitend aan de dader toebehoort. Roerend is iedere zaak die daadwerkelijk kan worden weggenomen.

Delictshandeling:

De daad bestaat uit twee opeenvolgende elementen:

  1. de wegneming in de zin van § 127 StGB en
  2. het gebruik van geweld of dreiging met onmiddellijk gevaar voor lijf of leven, nadat de dader op heterdaad is betrapt, om de buit veilig te stellen.

Het geweld is gericht tegen een persoon en mag niet slechts gering of puur zaakgericht zijn.

Delictsgevolg:

Het succes van de daad ligt daarin dat de rechthebbende de feitelijke controle over de zaak verliest en de dader nieuw bezit verkrijgt en veiligstelt. Reeds een kortstondig aan zich nemen van de zaak is voldoende. Bij de gekwalificeerde vorm van succes treedt bovendien de zware blijvende gevolg of de dood in.

Causaliteit:

Het controleverlies en eventueel het zware succes moeten causaal op het gedrag van de dader terug te voeren zijn. Zonder de wegneming en het aansluitende veiligstellen zou het succes niet zijn ingetreden.

Objectieve toerekening:

Het gevolg is objectief toerekenbaar als precies datgene wordt verwezenlijkt wat § 131 StGB beoogt te voorkomen, namelijk dat een dader na ontdekking van een diefstal geweld gebruikt of dreigt met levens- of gezondheidsgevaar om de buit veilig te stellen. Bij de gevolgenverzwaring is vereist dat in de zware blijvende gevolgen of in de dood precies het door het geweldgebruik gecreëerde risico zich realiseert.

Rechtsanwalt Peter Harlander Peter Harlander
Harlander & Partner Rechtsanwälte
„Doorslaggevend is de tijdelijke volgorde. Eerst moet de wegneming voltooid of ten minste begonnen zijn, pas daarna mag geweld of een levensgevaarlijke dreiging ter veiligstelling van de buit plaatsvinden. “
Kies nu uw gewenste afspraak:Gratis eerste gesprek

Afbakening van andere delicten

De delictsomschrijving van de roofto diefstal volgens § 131 StGB omvat gevallen waarin eerst sprake is van een diefstal volgens § 127 StGB en de dader na ontdekking van de daad geweld gebruikt tegen een persoon of dreigt met een onmiddellijk gevaar voor lijf of leven, om zichzelf of een derde de reeds weggenomen zaak te behouden. Ook hier wordt een vreemde roerende zaak opzettelijk weggenomen, zodat de rechthebbende de feitelijke controle over de zaak verliest en de dader nieuw bezit vestigt. Het zwaartepunt ligt echter niet meer alleen op de vermogensonttrekking, maar op het achteraf aanwenden van geweld ter verzekering van de buit. De verhoogde wederrechtelijkheid vloeit voort uit de extra aantasting van de persoonlijke veiligheid, niet uit de aard van de wegneming zelf.

Samenloop:

Meerdaadse samenloop:

Echte concurrentie is aanwezig wanneer bij de diefstal met geweld verdere zelfstandige delicten komen, bijvoorbeeld beschadiging van zaken, huisvredebreuk of een daarboven uitgaand lichamelijk letsel. De diefstal met geweld behoudt daarbij zijn zelfstandige onrechtmatigheid en wordt niet verdrongen. Indien meerdere verschillende rechtsgoederen worden geschonden, staan de delicten naast elkaar.

Eendaadse samenloop:

Een verdringing op grond van specialiteit komt in aanmerking wanneer een ander bestanddeel de volledige onrechtmatigheid van de diefstal met geweld omvat. Dit is met name het geval wanneer het geweld reeds middel van de wegneming is en niet slechts dient om de buit veilig te stellen. In dergelijke constellaties treedt de diefstal met geweld terug en moet het zwaardere vermogensdelict met betrekking tot geweld worden toegepast.

Meerdaadse samenloop:

Meerdaadse samenloop is aanwezig wanneer meerdere diefstallen met geweld zelfstandig worden gepleegd, bijvoorbeeld bij tijdelijk gescheiden wegnemingen, bij verschillende daadobjecten of bij van elkaar onafhankelijke veiligstellingshandelingen. Iedere wegneming met daaropvolgend gebruik van geweld vormt een eigen daad, voor zover er geen natuurlijke handelingseenheid aanwezig is.

Voortgezette handeling:

Een eenheid van daad kan worden aangenomen wanneer meerdere wegnemingen met telkens daaropvolgende veiligstelling van de buit in nauw tijdelijk en zakelijk verband staan en door een eenheid van opzet worden gedragen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer meerdere onmiddellijk opeenvolgende ontvreemdingen deel uitmaken van hetzelfde daadplan. De daad eindigt zodra geen verdere wegnemingen plaatsvinden of de dader zijn opzet opgeeft.

Rechtsanwalt Sebastian Riedlmair Sebastian Riedlmair
Harlander & Partner Rechtsanwälte
„De verhoogde onrechtmatigheid van de diefstal met geweld vloeit niet voort uit de vermogensschade, maar uit de achteraf aanval op de persoonlijke veiligheid ter veiligstelling van de buit.“

Bewijslast & bewijswaardering

Openbaar Ministerie:

Het openbaar ministerie moet aantonen dat de verdachte een diefstal in de zin van § 127 StGB heeft gepleegd en bovendien gewoonlijk heeft gehandeld of de diefstal in het kader van een criminele organisatie is gepleegd. Doorslaggevend is het bewijs dat de rechthebbende de feitelijke controle over de zaak heeft verloren en de verdachte zelf of door een derde nieuw bezit heeft gevestigd. Het gaat niet alleen om de objectieve onttrekking van de zaak, maar ook om het aanwezig zijn van de kwalificerende voorwaarden van § 130 StGB.

In het bijzonder moet worden bewezen dat

Het openbaar ministerie moet bovendien aantonen of de beweerde wegneming en de kwalificerende omstandigheid objectief vaststelbaar zijn, bijvoorbeeld door getuigenverklaringen, video-opnamen, kassagegevens, inventarisdocumenten, communicatiebewijzen of overige navolgbare omstandigheden, die op herhaling of georganiseerde daadpleging laten sluiten.

Rechtbank:

De rechtbank toetst alle bewijzen in het totale verband en beoordeelt of naar objectieve maatstaven een wegneming aanwezig is en de voorwaarden van § 130 StGB zijn vervuld. In het middelpunt staat de vraag of de rechthebbende de zaak daadwerkelijk heeft verloren, of dit verlies aan de verdachte is toe te rekenen en of het kwalificerende karakter van de daad is bewezen.

Daarbij houdt de rechtbank in het bijzonder rekening met:

De rechtbank bakent duidelijk af van loutere misverstanden, vergissingen, tijdelijke bezitsoverdrachten of situaties zonder echt controleverlies, die geen bestanddeelmatige wegneming vormen, evenals van gevallen zonder aantoonbare herhalings- of organisatiestructuur.

Beschuldigde persoon:

De beschuldigde persoon draagt geen bewijslast. Hij kan echter gegronde twijfels aantonen, met name met betrekking tot

Hij kan bovendien aantonen dat bepaalde handelingen misverstandelijk, per ongeluk of met toestemming van de rechthebbende zijn verricht of dat de voorwaarden van § 130 StGB niet zijn vervuld.

Typische beoordeling

In de praktijk zijn bij § 130 StGB vooral de volgende bewijzen van belang:

Rechtsanwalt Peter Harlander Peter Harlander
Harlander & Partner Rechtsanwälte
„In de diefstalprocedure telt de bewijslogica. Video-opnamen, kassagegevens en consistente getuigenverklaringen wegen doorgaans zwaarder dan latere verklaringen, omdat ze de bezitswisseling objectief aantonen. “
Kies nu uw gewenste afspraak:Gratis eerste gesprek

Praktijkvoorbeelden

Deze voorbeelden laten zien dat sprake is van roofto diefstal volgens § 131 StGB, wanneer een vreemde roerende zaak wordt weggenomen, de rechthebbende de feitelijke controle verliest en de dader na ontdekking van de daad door geweld of levensbedreigende bedreiging het bezit van de zaak veiligstelt. Beslissend is niet de waarde van de zaak of de duur van de wegneming, maar de achterafgaande escalatie tegen personen ter verzekering van de buit.

Subjectieve delictsomschrijving

De subjectieve delictsomschrijving van de roofto diefstal volgens § 131 StGB vereist opzet. De dader moet erkennen dat hij een vreemde roerende zaak zonder toestemming wegneemt en daardoor de feitelijke controle aan de rechthebbende ontneemt, terwijl hij zelf nieuw bezit vestigt.

Het is voldoende dat de dader de wegneming serieus voor mogelijk houdt en zich daarmee verzoent. Een bijzonder oogmerk is niet vereist, voorwaardelijk opzet is voldoende.

De opzet moet ook betrekking hebben op het feit dat de dader na ontdekking van de daad ter veiligstelling van de buit geweld gebruikt of dreigt met onmiddellijk gevaar voor lijf of leven. De dader moet dus beseffen en op zijn minst billijkend aanvaarden dat zijn handelen niet de wegneming, maar het behouden van de reeds verkregen zaak dient.

Daarnaast is een verrijkings oogmerk vereist. De dader moet op zijn minst billijkend aanvaarden dat hij zichzelf of een derde een onrechtmatig vermogensvoordeel verschaft, bijvoorbeeld door de zaak te behouden, te gebruiken of door te geven.

Er is geen sprake van een subjectief bestanddeel indien de dader serieus uitgaat van een recht op wegneming of niet beseft dat geweld of bedreiging wordt gebruikt om de buit veilig te stellen.

Kies nu uw gewenste afspraak:Gratis eerste gesprek

Schuld & dwalingen

Dwaling omtrent het verbod:

Een dwaling omtrent het verbod verontschuldigt alleen als deze onvermijdbaar was. Wie gedrag vertoont dat herkenbaar inbreuk maakt op de rechten van anderen, kan zich niet beroepen op het feit dat hij de onrechtmatigheid niet heeft erkend. Iedereen is verplicht zich te informeren over de wettelijke grenzen van zijn handelen. Louter onwetendheid of een lichtzinnige dwaling ontslaat niet van verantwoordelijkheid.

Schuldbeginsel:

Strafbaar is alleen wie schuldig handelt. Opzettelijke delicten vereisen dat de dader de essentiële gebeurtenissen herkent en ten minste op de koop toe neemt. Ontbreekt dit opzet, bijvoorbeeld omdat de dader ten onrechte aanneemt dat zijn gedrag toegestaan is of vrijwillig wordt gedragen, is er hoogstens sprake van nalatigheid. Dit is bij opzettelijke delicten niet voldoende.

Ontoerekeningsvatbaarheid:

Geen schuld treft iemand die ten tijde van het delict vanwege een ernstige psychische stoornis, een ziekelijke geestelijke beperking of een aanzienlijk onvermogen tot zelfbeheersing niet in staat was het onrecht van zijn handelen in te zien of naar dit inzicht te handelen. Bij dienovereenkomstige twijfels wordt een psychiatrisch rapport ingewonnen.

Verontschuldigende noodtoestand:

Een verontschuldigende noodtoestand kan zich voordoen wanneer de dader handelt in een extreme dwangsituatie om een acuut gevaar voor het eigen leven of het leven van anderen af te wenden. Het gedrag blijft onrechtmatig, maar kan schuldverminderend of verontschuldigend werken als er geen andere uitweg was.

Putatieve noodweer:

Wie ten onrechte meent dat hij gerechtigd is tot een verdedigingshandeling, handelt zonder opzet als de dwaling serieus en begrijpelijk was. Een dergelijke dwaling kan de schuld verminderen of uitsluiten. Blijft er echter een schending van de zorgvuldigheidsplicht, dan komt een beoordeling als nalatig of strafverminderend in aanmerking, maar geen rechtvaardiging.

Strafopheffing & diversie

Diversie:

Een diversion is bij roofto diefstal volgens § 131 StGB in principe niet uitgesloten, maar komt slechts in uitzonderingsgevallen in aanmerking. De delictsomschrijving verbindt een vermogensdelict met geweld tegen personen of een bedreiging met onmiddellijk gevaar voor lijf of leven. Daarmee is regelmatig een duidelijk verhoogde wederrechtelijkheid verbonden, die een diversionele afhandeling slechts zeer beperkt toelaat.

Een diversion kan hoogstens worden overwogen indien het geweld gering was of zich beperkte tot een louter dreigend gebaar, er geen verwondingen zijn opgetreden, de dader onmiddellijk inzichtelijk handelt en de gevolgen van de daad snel en volledig kunnen worden rechtgezet. Met toenemende intensiteit van het geweld, bij ernstige bedreigingen of bij gevolgen van verwondingen neemt de mogelijkheid van een diversionele afhandeling duidelijk af.

Een diversie kan worden overwogen wanneer

Komt een bemiddeling in aanmerking, dan kan de rechtbank geldprestaties, prestaties ten bate van het algemeen nut, begeleidingsinstructies of een schadevergoeding opleggen. Een bemiddeling leidt tot geen veroordeling en geen strafregistervermelding.

Uitsluiting van diversie:

Een diversion is in het bijzonder uitgesloten indien

Alleen bij uiterst geringe schuld en slechts geringe escalatie kan uitzonderlijk worden onderzocht of een diversionele aanpak toelaatbaar is. In de praktijk is de diversion bij § 131 StGB duidelijk enger begrensd dan bij eenvoudige diefstal en sterk afhankelijk van de concrete omstandigheden van het individuele geval.g is. In de praktijk is de diversion bij § 128 StGB mogelijk, maar aanzienlijk enger begrensd dan bij het basisbestanddeel en strikt afhankelijk van de concrete omstandigheden van het individuele geval.

Rechtsanwalt Sebastian Riedlmair Sebastian Riedlmair
Harlander & Partner Rechtsanwälte
„Diversion is geen automatisme. Planmatige aanpak, herhaling of een merkbare vermogensschade sluiten een diversionele afhandeling in de praktijk vaak uit. “
Kies nu uw gewenste afspraak:Gratis eerste gesprek

Straftoemeting & gevolgen

De rechtbank bepaalt de straf naar de omvang van de vermogensinbreuk en daarnaast naar aard, intensiteit en gevolgen van het geweld of de bedreiging waarmee de buit is veiliggesteld. Doorslaggevend is hoe sterk de dader in de persoonlijke veiligheid van het slachtoffer heeft ingegrepen, of er verwondingen zijn ontstaan en in welke mate de rechthebbende door het totale gedrag is benadeeld. Er moet ook rekening mee worden gehouden of de dader doelgericht, planmatig of herhaaldelijk heeft gehandeld en of de aanpak verder gaat dan het loutere ontnemen van vermogen en een aanzienlijke escalatie vormt.

Strafverzwarende omstandigheden zijn met name als

Strafverminderende omstandigheden zijn bijvoorbeeld

Een vrijheidsstraf kan de rechtbank voorwaardelijk kwijtschelden, wanneer deze niet langer is dan twee jaar en de dader een positieve sociale prognose heeft. Bij zwaar geweld, gevolgen van verwondingen of gekwalificeerde successen komt een voorwaardelijke kwijtschelding echter regelmatig niet in aanmerking.

Strafmaat

De diefstal volgens § 127 StGB vormt het basisbestanddeel en wordt bedreigd met vrijheidsstraf tot zes De diefstal volgens § 127 StGB vormt het basisbestanddeel en wordt bedreigd met vrijheidsstraf tot zes maanden of geldboete tot 360 dagtarieven.

De roofto diefstal volgens § 131 StGB vormt een zelfstandige kwalificatie, die aansluit bij een reeds gepleegde diefstal en gekenmerkt wordt door achterafgaand geweldgebruik of bedreiging met onmiddellijk gevaar voor lijf of leven. Vanwege de extra bedreiging van de persoonlijke veiligheid voorziet de wet in een duidelijk verhoogd strafmaximum.

Indien de dader bij een diefstal, nadat hij op heterdaad is betrapt, geweld gebruikt tegen een persoon of dreigt met onmiddellijk gevaar voor lijf of leven om zichzelf of een derde de weggenomen zaak te behouden, bedraagt het strafmaximum vrijheidsstraf van zes maanden tot vijf jaar. Een geldboete is in dit geval niet voorzien.

Als het geweldgebruik echter leidt tot een lichamelijk letsel met zware blijvende gevolgen of tot de dood van een mens, dan is de gekwalificeerde gevolgenvariant van § 131 StGB van toepassing. In deze gevallen wordt het strafmaximum aanzienlijk verhoogd en varieert van vijf tot vijftien jaar gevangenisstraf.

Andere gekwalificeerde vormen van diefstal, zoals de diefstal door inbraak of met wapens, de gewoontediefstal of andere bijzonder geregelde delicten, leiden ertoe dat telkens het specifiekere wettelijke strafmaximum doorslaggevend is. Bij diefstal met geweldpleging treedt het basisbestanddeel van de diefstal terug, terwijl de concrete aard van het geweld en de gevolgen daarvan voor de strafmaat binnen het voorziene kader van centraal belang zijn.

Geldboete – Dagboetesysteem

Het Oostenrijkse strafrecht berekent geldboetes volgens het dagboetesysteem. Het aantal dagboetes is gebaseerd op de schuld, het bedrag per dag op de financiële draagkracht. Zo wordt de straf aangepast aan de persoonlijke omstandigheden en blijft deze toch voelbaar.

Opmerking:

Bij roofto diefstal volgens § 131 StGB is geen geldboete voorzien. De wet voorziet uitsluitend in gevangenisstraf.

Gevangenisstraf & (gedeeltelijk) voorwaardelijke opschorting

§ 37 StGB: Als de wettelijke strafbedreiging maximaal vijf jaar bedraagt, kan de rechter in plaats van een korte gevangenisstraf van maximaal een jaar een geldboete opleggen. Deze mogelijkheid bestaat niet bij roofto diefstal volgens § 131 StGB, omdat de delictsomschrijving uitsluitend gevangenisstraf voorziet. Een toepassing van § 37 StGB is daarom uitgesloten.

§ 43 StGB: Een vrijheidsstraf kan voorwaardelijk worden kwijtgescholden indien deze niet meer dan twee jaar bedraagt en de dader een positieve sociale prognose heeft. Deze mogelijkheid bestaat in principe ook bij diefstal met geweldpleging, maar is duidelijk beperkt, aangezien het delict het gebruik van geweld of gevaarlijke bedreiging vereist. Een voorwaardelijke kwijtschelding komt alleen bij geringe geweldsintensiteit, ontbrekende zware gevolgen van de daad, eerste daad en duidelijk inzicht realistisch in aanmerking.

§ 43a StGB: De gedeeltelijk voorwaardelijke kwijtschelding staat een combinatie van onvoorwaardelijk en voorwaardelijk kwijtgescholden strafdeel toe en is mogelijk bij straffen van meer dan zes maanden en tot twee jaar. Ook bij diefstal met geweldpleging kan deze vorm theoretisch worden toegepast, indien de aan de schuld aangepaste straf zich in dit bereik bevindt. Bij zware gevolgen van geweld of verhoogde gevaarlijkheid is deze regelmatig uitgesloten.

§§ 50 tot 52 StGB: De rechter kan aanwijzingen geven en reclassering gelasten. Deze betreffen in het bijzonder geweldpreventie, gedragsregels, contactverboden, schadevergoeding of therapeutische maatregelen. Het doel is om verdere gewelddaden te voorkomen en een duurzame gedragsverandering te bereiken.

Bevoegdheid van de rechtbanken

Materiële bevoegdheid

Voor de roofto diefstal volgens § 131 StGB is uitsluitend de Landesgericht als Schöffengericht bevoegd. De bevoegdheid van de Bezirksgericht is uitgesloten, omdat de delictsomschrijving een gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar voorziet en § 131 StGB wettelijk uitdrukkelijk aan de Schöffengericht is toegewezen.

Indien er sprake is van een bijzonder ernstig geval, waarbij het geweld lichamelijk letsel met ernstige blijvende gevolgen of de dood van een mens tot gevolg heeft, wordt het strafmaximum verhoogd tot vijf tot vijftien jaar vrijheidsstraf. Ook in deze gevallen blijft de Landesgericht als rechtbank met lekenrechters bevoegd.
Een juryrechtbank komt niet in aanmerking, aangezien niet aan de voorwaarden voor een bevoegdheid met juryleden is voldaan.

Rechtsanwalt Peter Harlander Peter Harlander
Harlander & Partner Rechtsanwälte
„De gerechtelijke bevoegdheid volgt uitsluitend de wettelijke bevoegdheidsregeling. Doorslaggevend zijn strafbedreiging, plaats delict en procesbevoegdheid, niet de subjectieve inschatting van de betrokkenen of de feitelijke complexiteit van de zaak. “

Territoriale bevoegdheid

Bevoegd is de rechtbank op de plaats van de wegneming. Doorslaggevend is waar de rechthebbende de feitelijke controle over de zaak heeft verloren en de dader nieuw bezit heeft gevestigd.

Als de plaats van het delict niet eenduidig kan worden vastgesteld, is de bevoegdheid afhankelijk van

De procedure wordt gevoerd waar een doelmatige en ordelijke uitvoering het best gewaarborgd is.

Instanties

Vonissen van de Landesgericht als rechtbank met lekenrechters kunnen met hoger beroep en cassatieberoep worden aangevochten. Bevoegd voor de beslissing over deze rechtsmiddelen is de Oberste Gerichtshof overeenkomstig de wettelijke bepalingen.

Civiele vorderingen in strafzaken

Bij roofto diefstal volgens § 131 StGB kan de benadeelde persoon als Privatbeteiligte haar civielrechtelijke aanspraken direct in de strafprocedure geldend maken. Aangezien ook dit delict de onbevoegde onttrekking van een vreemde roerende zaak betreft, zijn de aanspraken met name gericht op de waarde van de zaak, wederbeschaffingskosten, gebruiksderving, gederfd gebruiksvoordeel en op verdere vermogensrechtelijke schade die door de wegneming is ontstaan.

Daarnaast kunnen gevolgschade geldend worden gemaakt die voortvloeit uit het geweld of de bedreiging, bijvoorbeeld behandelingskosten, verlies van inkomsten of andere economische nadelen, voor zover deze causaal op de daad zijn terug te voeren.

De aansluiting van de particuliere partij stuit de verjaring van alle geldend gemaakte vorderingen, zolang de strafprocedure aanhangig is. Pas na onherroepelijke afronding loopt de verjaringstermijn verder, voor zover de schade niet volledig is toegewezen.

Een vrijwillige schadeloosstelling, bijvoorbeeld de teruggave van de zaak, de betaling van de waarde of een serieuze poging tot compensatie, kan strafverminderend werken, voor zover deze tijdig en volledig plaatsvindt.

Indien de dader echter geweld heeft gebruikt of heeft gedreigd met onmiddellijk gevaar voor lijf of leven, verliest een latere schadevergoeding regelmatig een aanzienlijk deel van haar verzachtende werking. In dergelijke gevallen compenseert een latere compensatie het verhoogde persoonlijke onrecht van de daad slechts beperkt.

Rechtsanwalt Sebastian Riedlmair Sebastian Riedlmair
Harlander & Partner Rechtsanwälte
„Privatbeteiligtenansprüche moeten duidelijk worden gekwantificeerd en gedocumenteerd. Zonder een degelijke schadedocumentatie blijft de schadevergoeding in de strafprocedure vaak onvolledig en verschuift deze naar de civiele procedure. “
Kies nu uw gewenste afspraak:Gratis eerste gesprek

Overzicht van de strafprocedure

Begin van het onderzoek

Een strafprocedure vereist een concrete verdenking, vanaf wanneer een persoon als verdachte geldt en alle rechten van de verdachte kan uitoefenen. Aangezien het om een Offizialdelikt gaat, leiden politie en openbaar ministerie de procedure van ambtswege in, zodra er een overeenkomstige verdenking bestaat. Een bijzondere verklaring van de benadeelde is hiervoor niet vereist.

Politie en openbaar ministerie

Het openbaar ministerie leidt het opsporingsonderzoek en bepaalt het verdere verloop. De recherche verricht het nodige onderzoek, veiligt sporen, neemt getuigenverklaringen op en documenteert de schade. Uiteindelijk beslist het openbaar ministerie over seponering, diversie of vervolging, afhankelijk van schuldgraad, schadeomvang en bewijspositie.

Verhoor van de verdachte

Voor elk verhoor krijgt de verdachte persoon een volledige voorlichting over zijn rechten, in het bijzonder het zwijgrecht en het recht op bijstand van een advocaat. Verlangt de verdachte een advocaat, dan wordt het verhoor uitgesteld. Het formele verdachtenverhoor dient voor de confrontatie met de beschuldiging en het bieden van de mogelijkheid tot stellingname.

Inzage in het dossier

Inzage in de stukken kan bij politie, openbaar ministerie of rechtbank worden genomen. Dit omvat ook bewijsstukken, voor zover het onderzoeksdoel daardoor niet in gevaar komt. De voeging als benadeelde partij richt zich naar de algemene regels van het wetboek van strafvordering en maakt het de benadeelde mogelijk schadevergoedingsvorderingen direct in het strafproces geldend te maken.

Hoofdzitting

De terechtzitting dient voor de mondelinge bewijsvoering, de juridische beoordeling en de beslissing over eventuele civielrechtelijke vorderingen. De rechtbank onderzoekt in het bijzonder het verloop van de daad, opzet, schadeomvang en de geloofwaardigheid van de verklaringen. Het proces eindigt met veroordeling, vrijspraak of afdoening via diversie.

Rechten van de verdachte

Rechtsanwalt Sebastian Riedlmair Sebastian Riedlmair
Harlander & Partner Rechtsanwälte
„De juiste stappen in de eerste 48 uur bepalen vaak of een procedure escaleert of gecontroleerd wordt uitgevoerd. “
Kies nu uw gewenste afspraak:Gratis eerste gesprek

Praktijk & gedragstips

  1. Zwijgen bewaren.
    Een korte verklaring volstaat: “Ik maak gebruik van mijn zwijgrecht en spreek eerst met mijn verdediging.” Dit recht geldt reeds vanaf het eerste verhoor door politie of Openbaar Ministerie.
  2. Onmiddellijk verdediging contacteren.
    Zonder inzage in de onderzoeksdossiers moet geen verklaring worden afgelegd. Pas na dossierinzage kan de verdediging inschatten welke strategie en welke bewijsvergaring zinvol zijn.
  3. Bewijs onmiddellijk veiligstellen.
    U dient alle beschikbare documenten, berichten, foto’s, video’s en andere opnames zo vroeg mogelijk veilig te stellen en in kopie te bewaren. Digitale gegevens moeten regelmatig worden opgeslagen en beschermd tegen latere wijzigingen. Noteer belangrijke personen als mogelijke getuigen en leg het verloop van de gebeurtenissen tijdig vast in een geheugenprotocol.
  4. Geen contact met tegenpartij opnemen.
    Eigen berichten, telefoontjes of posts kunnen als bewijsmiddel tegen u worden gebruikt. Alle communicatie moet uitsluitend via de verdediging verlopen.
  5. Video- en dataopnamen tijdig veiligstellen.
    Bewakingsvideo’s in openbaar vervoer, horeca of van huisbeheer worden vaak na enkele dagen automatisch gewist. Verzoeken tot databeveiliging moeten daarom direct aan beheerders, politie of OM worden gericht.
  6. Huiszoekingen en inbeslagnames documenteren.
    Bij huiszoekingen of inbeslagnames moet u om een kopie van het bevel of proces-verbaal vragen. Noteer datum, tijd, betrokken personen en alle meegenomen voorwerpen.
  7. Bij arrestatie: geen verklaringen over de zaak afleggen.
    Sta erop dat uw advocaat onmiddellijk wordt ingelicht. Voorlopige hechtenis mag alleen worden opgelegd bij dringende verdenking en een aanvullende detentiegrond. Minder ingrijpende maatregelen (bijv. belofte, meldplicht, contactverbod) hebben voorrang.
  8. Herstel doelgericht voorbereiden.
    Betalingen, symbolische prestaties, verontschuldigingen of andere compensatie-aanbiedingen mogen uitsluitend via de verdediging worden afgehandeld en gedocumenteerd. Een gestructureerd herstel kan een positief effect hebben op diversie en strafbepaling.
Rechtsanwalt Peter Harlander Peter Harlander
Harlander & Partner Rechtsanwälte
„Wie overwogen handelt, bewijs veiligstelt en vroeg juridische ondersteuning zoekt, behoudt de controle over de procedure.“

Uw voordelen met juridische ondersteuning

De roofto diefstal volgens § 131 StGB sluit aan bij een reeds voltooide diefstal en vereist bovendien een geweldgebruik of bedreiging met onmiddellijk gevaar voor lijf of leven ter verzekering van de buit. De juridische beoordeling hangt in belangrijke mate af van het concrete verloop van de daad, van het tijdstip en doel van het geweld, van de opzet en van de bewijspositie. Reeds geringe afwijkingen in de feiten kunnen bepalen of sprake is van een roofto diefstal, een roof of een ander delict.

Een vroegtijdige juridische begeleiding zorgt ervoor dat de feiten correct worden ingedeeld, bewijzen zorgvuldig worden beoordeeld en ontlastende omstandigheden juridisch bruikbaar worden verwerkt.

Ons advocatenkantoor

Als strafrechtelijk gespecialiseerde vertegenwoordiging zorgen wij ervoor dat het verwijt van diefstal met geweldpleging zorgvuldig wordt onderzocht en de procedure op een duurzame feitelijke basis wordt gevoerd.

Rechtsanwalt Sebastian Riedlmair Sebastian Riedlmair
Harlander & Partner Rechtsanwälte
„Juridische ondersteuning betekent het werkelijke gebeuren duidelijk te scheiden van waarderingen en daaruit een houdbare verdedigingsstrategie te ontwikkelen.“
Kies nu uw gewenste afspraak:Gratis eerste gesprek

FAQ – Veelgestelde vragen

Kies nu uw gewenste afspraak:Gratis eerste gesprek