Misleiding

Misleiding volgens § 108 StGB vereist dat een persoon bewust valse feiten beweert of juiste feiten verzwijgt, om bij de tegenpartij een onjuiste voorstelling op te wekken. Deze misleiding moet het slachtoffer aanzetten tot een handeling, dulding of nalating waardoor het in eigen rechten wordt geschaad. Uitsluitend individuele rechten worden beschermd, soevereine rechten vallen hier uitdrukkelijk niet onder. Vervolging vindt alleen plaats als de betrokkene de vereiste machtiging verleent.

Er is sprake van misleiding wanneer iemand opzettelijk een onjuiste voorstelling van feiten creëert en daardoor gedrag uitlokt dat schade veroorzaakt aan de rechten van de betrokkene.

Misleiding volgens § 108 StGB uitgelegd. Wanneer valse verklaringen strafbaar zijn en welke rechten betrokkenen hebben. Helder en begrijpelijk.
Rechtsanwalt Peter Harlander Peter Harlander
Harlander & Partner Rechtsanwälte
„Misleiding begint niet met het ondertekende contract, maar op het moment dat bewust valse informatie in het besluitvormingsproces wordt ingebracht.“

Objectieve delictsomschrijving

De objectieve delictsomschrijving van § 108 StGB misleiding omvat elk naar buiten toe waarneembaar gedrag waardoor een persoon over feiten wordt misleid en als gevolg van deze misleiding een handeling, dulding of nalating verricht die zijn eigen rechten schendt en schade veroorzaakt. Beschermd wordt de vrijheid om beslissingen in eigen rechtssfeer te nemen op basis van juiste feitelijke informatie. Bepalend is het totaalbeeld van de misleidende beïnvloeding, niet de subjectieve motivatie van de dader. Het slachtoffer hoeft de schade niet actief te beogen; voldoende is dat de misleiding objectief tot rechtenschending leidt of deze mogelijk maakt. Soevereine rechten behoren niet tot de beschermde rechtsposities van § 108 StGB.

Toetsingsstappen

Dader:

Dader kan iedere persoon zijn die door bewust onware verklaringen of door het verzwijgen van wezenlijke feiten een onjuiste voorstelling creëert. Een bijzondere relatie tussen dader en slachtoffer is niet vereist. Beslissend is dat het misleidende gedrag objectief toerekenbaar blijft aan de dader.

Slachtoffer:

Object van het delict is iedere persoon wiens individuele rechten worden aangetast door gedrag dat door misleiding is uitgelokt. In het bijzonder wordt de zelfbeschikking over eigen rechtsposities beschermd, of deze nu contractueel, privaatrechtelijk of persoonlijkheidsrechtelijk van aard zijn. Soevereine rechten vallen hier uitdrukkelijk niet onder.

Delictshandeling:

De delictshandeling vormt de kern van het delict. § 108 StGB vereist een misleiding over feiten die bij het slachtoffer een onjuiste voorstelling van feiten opwekt of een juiste voorstelling verhindert. De handeling moet het slachtoffer aanzetten tot een beslissing die in zijn eigen rechten ingrijpt en schade veroorzaakt. De norm omvat twee basisvormen:

Beide varianten vereisen dat de gecreëerde onjuiste voorstelling het beslissende element vormt voor de latere rechtenschending.

Delictsgevolg:

Het gevolg van het delict bestaat in de schending van een subjectief recht van het slachtoffer. Een vermogensschade is niet vereist. Elke juridisch relevante aantasting wordt omvat, zoals het verlies van een aanspraak, het aangaan van een verplichting of de beperking van een bestaande rechtspositie. Een daadwerkelijke schadeverwerkelijking is vereist; een louter gevaar volstaat niet.

Causaliteit:

Causaal is elk gedrag zonder welke de misleiding niet effectief zou zijn geworden of zonder welke de schadelijke beslissing van het slachtoffer niet zou zijn genomen. De misleiding moet ten minste medeoorzaak zijn van de rechtenschending. Meerstaps-processen vallen hieronder, zolang de misleidende informatie wezenlijk bijdraagt aan de schade.

Objectieve toerekening:

Objectief toerekenbaar is de rechtenschending wanneer de dader door de misleiding een juridisch afgekeurd gevaar heeft gecreëerd of verhoogd en dit gevaar zich in de schadelijke beslissing van het slachtoffer concreet verwerkelijkt. Niet omvat zijn volledig atypische verlopen, spontane autonome zelfbeschadiging zonder verband met de misleiding of beslissingen die zich geheel losmaken van de misleiding.

Rechtsanwalt Sebastian Riedlmair Sebastian Riedlmair
Harlander & Partner Rechtsanwälte
„Voor de juridische beoordeling van een misleiding is niet beslissend hoe bekwaam deze werd voorgedragen, maar of deze de schade in de rechtssfeer van het slachtoffer daadwerkelijk heeft veroorzaakt.“
Kies nu uw gewenste afspraak:Gratis eerste gesprek

Afbakening van andere delicten

De delictsomschrijving van misleiding volgens § 108 StGB omvat gedragingen waardoor een persoon door een onjuiste voorstelling van feiten wordt aangezet tot gedrag dat zijn eigen rechten schendt en schade veroorzaakt. De nadruk ligt op de onjuiste feitelijke informatie die een juridisch nadelige beslissing uitlokt. Het onrecht ontstaat niet door het gedrag op zich, maar door de misleidende invloed op de beslissingsvrijheid en de daaruit voortvloeiende rechtenschending.

Samenloop:

Meerdaadse samenloop:

Er is sprake van echte samenloop wanneer bij de misleiding andere zelfstandige delicten komen, zoals dwang, gevaarlijke bedreiging, onderdrukking van documenten, misbruik van computer- of communicatiegegevens, of vermogensdelicten, voor zover de vermogensrelatie niet het enige delictsbeeld bepaalt. De misleiding volgens § 108 StGB verdringt deze delicten niet, maar staat regelmatig zelfstandig naast hen, voor zover de rechtenschending betrekking heeft op andere dan vermogensrechten.

Eendaadse samenloop:

Verdringing op grond van specialiteit is alleen gegeven wanneer een andere norm het gehele onrecht van de misleiding volledig dekt. Dit is in het bijzonder het geval bij oplichting, speciale wettelijke openbaringsplichten, privacyrechtelijke informatieplichten of ontbrekende vermogenscomponenten. Omgekeerd kan § 108 StGB zelf specialiteit ontwikkelen wanneer het uitsluitend gaat om niet-vermogensgerelateerde rechtenschendingen die door misleiding worden veroorzaakt.

Meerdaadse samenloop:

Meerdaadse samenloop is aanwezig wanneer de dader meerdere door misleiding veroorzaakte beslissingen teweegbrengt of in tijdelijk onafhankelijke verlopen misleidt die geen deel uitmaken van een eenheid. Elke door misleiding veroorzaakte rechtenschending vormt een afzonderlijk feit, tenzij er sprake is van een eenheid van levenssituatie.

Voortgezette handeling:

Een eenheid van handeling moet worden aangenomen wanneer de dader continu misleidt om een eenheid van doel te bereiken, bijvoorbeeld het voortdurend verkrijgen van een juridisch voordeel of het duurzaam in stand houden van een misleidende feitelijke situatie. Het feit eindigt zodra de misleiding niet meer doorwerkt of de onjuiste voorstelling niet meer in stand wordt gehouden.

Rechtsanwalt Peter Harlander Peter Harlander
Harlander & Partner Rechtsanwälte
„Wie misleiding in meerdere stappen plant en stuk voor stuk een valse feitelijke situatie opbouwt, zal zich nauwelijks kunnen beroepen op het feit dat het om een enkel geval gaat.“

Bewijslast & bewijswaardering

Openbaar Ministerie:

Het openbaar ministerie moet bewijzen dat de verdachte door misleiding over feiten een persoon heeft aangezet tot een handeling, dulding of nalating die diens eigen rechten schendt en schade heeft veroorzaakt. Beslissend is het bewijs van een concrete misleidende feitelijke situatie die oorzakelijk was voor de latere beslissing van het slachtoffer. Het gaat niet om louter onduidelijkheden of waarderingen, maar om objectief onjuiste of onvolledige feitelijke beweringen die tot een juridisch relevante onjuiste beslissing hebben geleid.

In het bijzonder moet worden bewezen dat

Het openbaar ministerie moet bovendien aantonen dat de afzonderlijke handelingen samenhangen en een herkenbaar stalkingspatroon vormen.

Rechtbank:

De rechtbank beoordeelt alle bewijzen in samenhang en bepaalt of het gedrag naar objectieve maatstaven geschikt was om bij het slachtoffer een voor de beslissing relevante onjuiste voorstelling op te wekken die tot een rechtenschending leidde. Centraal staat de vraag of de misleiding in het totaalbeeld een juridisch relevante beïnvloeding van de beslissingsvrijheid vormt.

Daarbij houdt de rechtbank in het bijzonder rekening met:

De rechtbank maakt een duidelijk onderscheid met misverstanden, eenmalige voorvallen of sociaal gebruikelijke contacten.

Beschuldigde persoon:

De verdachte draagt geen bewijslast. Hij kan echter gegronde twijfels aantonen, in het bijzonder met betrekking tot

Zij kan bovendien aantonen dat bepaalde gebeurtenissen toevallig, kortdurend, niet openbaar bedoeld of misleidend waren.

Typische beoordeling

In de praktijk zijn bij § 108 StGB vooral de volgende bewijzen belangrijk:

Rechtsanwalt Sebastian Riedlmair Sebastian Riedlmair
Harlander & Partner Rechtsanwälte
„Civiele vorderingen na misleiding zijn geen bijproduct, maar de centrale hefboom om economische schade consequent bloot te leggen en gestructureerd vergoed te krijgen.“
Kies nu uw gewenste afspraak:Gratis eerste gesprek

Praktijkvoorbeelden

Deze voorbeelden tonen aan dat misleiding volgens § 108 StGB voorligt wanneer iemand door onjuiste feitebeweringen beslissingen uitlokt die de eigen rechten van het slachtoffer schenden.

Subjectieve delictsomschrijving

De subjectieve delictsomschrijving van § 108 StGB vereist een uitgebreid opzet. De dader moet weten dat zijn verklaringen objectief onjuist of onvolledig zijn en geschikt zijn om bij het slachtoffer een onjuiste voorstelling op te wekken. Tegelijkertijd moet hij met opzet beogen dat het slachtoffer op grond van deze onjuiste voorstelling een handeling, dulding of nalating verricht die diens eigen rechten schendt.

De dader moet daarom begrijpen dat zijn verklaringen in het totaalbeeld een gerichte misleiding vormen en typisch geschikt zijn om een juridisch nadelige beslissing uit te lokken. Beslissend is dat de schade in de rechtssfeer van het slachtoffer gewild is; louter op de koop toe nemen volstaat niet.

Er is geen sprake van een subjectieve delictsomschrijving wanneer de dader oprecht gelooft dat zijn verklaringen juist, betekenisloos of zonder juridische gevolgen zijn. Wie ervan uitgaat dat het slachtoffer daardoor geen nadelige beslissing zal nemen, voldoet niet aan de vereisten van § 108 StGB.

Uiteindelijk handelt opzettelijk wie weet en bewust beoogt dat zijn valse feitelijke beweringen het slachtoffer aanzetten tot gedrag dat zijn eigen rechtspositie aantast.

Kies nu uw gewenste afspraak:Gratis eerste gesprek

Schuld & dwalingen

Dwaling omtrent het verbod:

Een dwaling omtrent het verbod verontschuldigt alleen als deze onvermijdbaar was. Wie gedrag vertoont dat herkenbaar inbreuk maakt op de rechten van anderen, kan zich niet beroepen op het feit dat hij de onrechtmatigheid niet heeft erkend. Iedereen is verplicht zich te informeren over de wettelijke grenzen van zijn handelen. Louter onwetendheid of een lichtzinnige dwaling ontslaat niet van verantwoordelijkheid.

Schuldbeginsel:

Strafbaar is alleen wie schuldig handelt. Opzettelijke delicten vereisen dat de dader de essentiële gebeurtenissen herkent en ten minste op de koop toe neemt. Ontbreekt dit opzet, bijvoorbeeld omdat de dader ten onrechte aanneemt dat zijn gedrag toegestaan is of vrijwillig wordt gedragen, is er hoogstens sprake van nalatigheid. Dit is bij opzettelijke delicten niet voldoende.

Ontoerekeningsvatbaarheid:

Geen schuld treft iemand die ten tijde van het delict vanwege een ernstige psychische stoornis, een ziekelijke geestelijke beperking of een aanzienlijk onvermogen tot zelfbeheersing niet in staat was het onrecht van zijn handelen in te zien of naar dit inzicht te handelen. Bij dienovereenkomstige twijfels wordt een psychiatrisch rapport ingewonnen.

Verontschuldigende noodtoestand:

Een verontschuldigende noodtoestand kan zich voordoen wanneer de dader handelt in een extreme dwangsituatie om een acuut gevaar voor het eigen leven of het leven van anderen af te wenden. Het gedrag blijft onrechtmatig, maar kan schuldverminderend of verontschuldigend werken als er geen andere uitweg was.

Putatieve noodweer:

Wie ten onrechte meent dat hij gerechtigd is tot een verdedigingshandeling, handelt zonder opzet als de dwaling serieus en begrijpelijk was. Een dergelijke dwaling kan de schuld verminderen of uitsluiten. Blijft er echter een schending van de zorgvuldigheidsplicht, dan komt een beoordeling als nalatig of strafverminderend in aanmerking, maar geen rechtvaardiging.

Strafopheffing & diversie

Diversie:

Een diversie is bij misleiding in principe mogelijk. Het delict beschermt het vermogen tegen schadelijke dwalingen en het gewicht van de schuld richt zich vooral naar de omvang van de misleiding, de hoogte van de schade en de persoonlijke verantwoordelijkheid van de dader. In gevallen van geringe schade, duidelijk inzicht en ontbrekende voorbelasting wordt een diversie in de praktijk regelmatig overwogen.

Hoe duidelijker echter een planmatig, manipulerend of herhaald misleidend gedrag herkenbaar is of hoe hoger de veroorzaakte vermogensschade uitvalt, des te onwaarschijnlijker wordt een diversie.

Een diversie kan worden overwogen wanneer

Als een diversie in aanmerking komt, kan de rechtbank geldboetes, maatschappelijke dienst, begeleidingsmaatregelen of herstel opleggen. Een diversie leidt tot geen veroordeling en geen strafblad.

Uitsluiting van diversie:

Diversie is uitgesloten als

Alleen bij duidelijk geringste schuld en onmiddellijk inzicht kan worden overwogen of een uitzonderlijke diversie toelaatbaar is. In de praktijk blijft diversie bij misleiding mogelijk, maar is bij systematische of schade-intensieve gevallen zeldzaam.

Rechtsanwalt Sebastian Riedlmair Sebastian Riedlmair
Harlander & Partner Rechtsanwälte
„Diversion is geen korting op de straf, maar een zelfstandige weg om verantwoordelijkheid te nemen en een strafvonnis met inschrijving te vermijden.“
Kies nu uw gewenste afspraak:Gratis eerste gesprek

Straftoemeting & gevolgen

De rechtbank bepaalt de straf naar de omvang van de misleiding, naar duur en intensiteit van het misleidende gedrag en naar hoe sterk de veroorzaakte of dreigende vermogensschade het slachtoffer daadwerkelijk heeft aangetast. Bepalend is of de dader over langere tijd herhaaldelijk, doelgericht of planmatig heeft gehandeld en of het gedrag een duurzame economische belasting of beperking van de levenswijze heeft veroorzaakt.

Strafverzwarende omstandigheden zijn met name als

Strafverminderende omstandigheden zijn bijvoorbeeld

Een vrijheidsstraf kan de rechtbank voorwaardelijk kwijtschelden, wanneer deze niet langer is dan twee jaar en de dader een positieve sociale prognose heeft.

Strafmaat

De misleiding wordt bedreigd met gevangenisstraf tot één jaar of geldboete tot 720 dagbedragen. Dit strafkader geldt voor alle gevallen van misleiding en vormt de wettelijke bovengrens. Een hogere strafbedreiging voorziet de wet niet.

Een latere verontschuldiging, schadevergoeding of het vrijwillig beëindigen van het gedrag veranderen het wettelijke strafkader niet. Dergelijke omstandigheden worden uitsluitend in aanmerking genomen in het kader van de straftoemeting.

Misleiding wordt ook beschouwd als een machtigingsdelict. Dit betekent dat strafrechtelijke vervolging alleen kan worden ingesteld als het slachtoffer uitdrukkelijk verklaart dat het vervolging wenst. Zonder deze machtiging wordt de procedure niet gevoerd.

Geldboete – Dagboetesysteem

Het Oostenrijkse strafrecht berekent geldboetes volgens het dagboetesysteem. Het aantal dagboetes is gebaseerd op de schuld, het bedrag per dag op de financiële draagkracht. Zo wordt de straf aangepast aan de persoonlijke omstandigheden en blijft deze toch voelbaar.

Opmerking:

Bij misleiding komt een geldboete vooral in aanmerking wanneer de veroorzaakte of dreigende vermogensschade gering is en het gedrag aan de ondergrens van de strafbaarheid ligt.

Gevangenisstraf & (gedeeltelijk) voorwaardelijke opschorting

§ 37 StGB: Wanneer de wettelijke strafdreiging tot vijf jaar reikt, kan de rechtbank in plaats van een korte vrijheidsstraf van maximaal één jaar een geldboete opleggen. Deze mogelijkheid bestaat ook bij delicten waarvan het basisdelict voorziet in een geld- of vrijheidsstraf tot één jaar. In de praktijk wordt § 37 StGB terughoudend toegepast als het gedrag bijzonder belastend, planmatig of gepaard ging met aanzienlijke vermogensschade. In minder ernstige gevallen kan § 37 StGB echter wel degelijk worden toegepast.

§ 43 StGB: Een vrijheidsstraf kan voorwaardelijk worden opgeschort als deze niet langer is dan twee jaar en de dader een positieve sociale prognose heeft. Deze mogelijkheid bestaat ook bij delicten met een basisstrafmaat tot één jaar. Terughoudender wordt een voorwaardelijke opschorting verleend als er verzwarende omstandigheden zijn of de misleiding een duidelijk economisch nadeel heeft veroorzaakt. Het is vooral realistisch als het gedrag minder ernstig is, situationeel is ontstaan of bij het slachtoffer geen blijvende schade heeft veroorzaakt.

§ 43a StGB: De gedeeltelijk voorwaardelijke opschorting maakt een combinatie van een onvoorwaardelijk en een voorwaardelijk opgeschort deel van een vrijheidsstraf mogelijk. Dit is mogelijk bij straffen van meer dan zes maanden en tot twee jaar. Aangezien in ernstigere gevallen van misleiding straffen in het bovenste bereik van het strafkader kunnen worden uitgesproken, komt § 43a StGB regelmatig in aanmerking. In gevallen met bijzonder ernstige omstandigheden, aanzienlijke schade of planmatig handelen wordt het echter merkbaar terughoudender toegepast.

§§ 50 tot 52 StGB: De rechtbank kan aanvullend aanwijzingen geven en reclasseringstoezicht bevelen. In aanmerking komen met name schadevergoeding, begeleidings- of therapieprogramma’s, contactverboden of andere maatregelen voor gedragsverandering. Het doel is een stabiele wettelijke rehabilitatie en het voorkomen van verdere strafbare feiten. Bijzondere aandacht gaat uit naar de bescherming van het economisch benadeelde slachtoffer en de bindende preventie van verdere misleidende handelingen.

Bevoegdheid van de rechtbanken

Rechtsanwalt Peter Harlander Peter Harlander
Harlander & Partner Rechtsanwälte
„De juiste bevoegdheid is geen formaliteit: wie voor de verkeerde rechtbank begint, verliest tijd, zenuwen en in geval van twijfel ook bewijs- en handhavingsvoordelen.“

Materiële bevoegdheid

Voor misleiding is vanwege het strafkader van maximaal één jaar gevangenisstraf of maximaal 720 dagboetes in principe het kantongerecht bevoegd. Delicten met een dergelijke lage strafdreiging vallen volgens de wettelijke standaardbevoegdheid onder de beslissingsbevoegdheid in eerste aanleg van de kantongerechten.

Aangezien misleiding geen verhoogd strafkader kent en geen gekwalificeerde varianten met hogere strafdreiging, is er geen toepassingsgebied voor de arrondissementsrechtbank als alleensprekende rechter. Ook een schepenenrechtbank komt niet in aanmerking, omdat daarvoor wettelijk een hogere strafdreiging vereist zou zijn.

Een juryrechtbank is uitgesloten, aangezien misleiding geen levenslange gevangenisstraf mogelijk maakt en daarmee niet aan de wettelijke vereisten voldoet.

Territoriale bevoegdheid

Bevoegd is de rechtbank van de plaats van het delict. Bepalend is met name

Als de plaats van het delict niet eenduidig kan worden vastgesteld, is de bevoegdheid afhankelijk van

De procedure wordt gevoerd waar een doelmatige en ordelijke uitvoering het best gewaarborgd is.

Instanties

Tegen vonnissen van het kantongerecht is beroep mogelijk bij de arrondissementsrechtbank. De arrondissementsrechtbank beslist als beroepsinstantie over schuld, straf en kosten.

Beslissingen van de arrondissementsrechtbank kunnen vervolgens worden aangevochten door middel van een cassatieberoep of verder beroep bij het Hooggerechtshof, mits aan de wettelijke vereisten is voldaan.

Civiele vorderingen in strafzaken

Bij misleiding kunnen het slachtoffer zelf of naaste familieleden als civiele partij civielrechtelijke vorderingen rechtstreeks in de strafprocedure instellen. Aangezien het delict regelmatig een vermogensschadelijke dwaling veroorzaakt, komen met name vergoeding van de geleden schade, vergoeding van gevolgkosten, gederfde winst en andere vermogensnadelen in aanmerking. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval kunnen ook kosten voor advies, kredietinformatie, rekeningbeveiliging of vergelijkbare schadeposten worden gevorderd.

De aansluiting als burgerlijke partij schorst de verjaring van alle geldend gemaakte aanspraken zolang de strafprocedure aanhangig is. Pas na rechtskrachtige afsluiting begint de verjaringstermijn weer te lopen, voor zover de aanspraak niet volledig werd toegewezen.

Een vrijwillige schadevergoeding, zoals een ernstige verontschuldiging, een financiële compensatie of een actieve ondersteuning van de betrokken persoon, kan strafverminderende gevolgen hebben, mits deze tijdig, geloofwaardig en volledig plaatsvindt.

Als de dader echter planmatig, herhaaldelijk of gedurende langere tijd misleidende handelingen heeft verricht, aanzienlijke vermogensschade heeft veroorzaakt of het slachtoffer in een bijzonder belastende economische crisis heeft gebracht, verliest een latere schadevergoeding doorgaans grotendeels zijn verzachtende werking. In dergelijke situaties kan een latere compensatie het begane onrecht niet beslissend relativeren.

Rechtsanwalt Sebastian Riedlmair Sebastian Riedlmair
Harlander & Partner Rechtsanwälte
„Wie bij misleiding het strafproces slim combineert met civiele vorderingen, verzekert zich van de beste uitgangspositie om de economische schade volledig te verwerken.“
Kies nu uw gewenste afspraak:Gratis eerste gesprek

Overzicht van de strafprocedure

Rechten van de verdachte

Rechtsanwalt Sebastian Riedlmair Sebastian Riedlmair
Harlander & Partner Rechtsanwälte
„De juiste stappen in de eerste 48 uur bepalen vaak of een procedure escaleert of controleerbaar blijft.“
Kies nu uw gewenste afspraak:Gratis eerste gesprek

Praktijk & gedragstips

  1. Zwijgen bewaren.
    Een korte verklaring volstaat: “Ik maak gebruik van mijn zwijgrecht en spreek eerst met mijn verdediging.” Dit recht geldt reeds vanaf het eerste verhoor door politie of Openbaar Ministerie.
  2. Onmiddellijk verdediging contacteren.
    Zonder inzage in de onderzoeksdossiers moet geen verklaring worden afgelegd. Pas na dossierinzage kan de verdediging inschatten welke strategie en welke bewijsvergaring zinvol zijn.
  3. Bewijzen direct veiligstellen.
    Medische rapporten, foto’s met datumaanduiding en maatvoering, eventueel röntgen- of CT-opnamen maken. Kleding, voorwerpen en digitale opnamen gescheiden bewaren. Getuigenlijst en geheugenprotocollen uiterlijk binnen twee dagen opstellen.
  4. Geen contact met tegenpartij opnemen.
    Eigen berichten, telefoontjes of posts kunnen als bewijsmiddel tegen u worden gebruikt. Alle communicatie moet uitsluitend via de verdediging verlopen.
  5. Video- en dataopnamen tijdig veiligstellen.
    Bewakingsvideo’s in openbaar vervoer, horeca of van huisbeheer worden vaak na enkele dagen automatisch gewist. Verzoeken tot databeveiliging moeten daarom direct aan beheerders, politie of OM worden gericht.
  6. Huiszoekingen en inbeslagnames documenteren.
    Bij huiszoekingen of inbeslagnames moet u om een kopie van het bevel of proces-verbaal vragen. Noteer datum, tijd, betrokken personen en alle meegenomen voorwerpen.
  7. Bij arrestatie: geen verklaringen over de zaak afleggen.
    Sta erop dat uw advocaat onmiddellijk wordt ingelicht. Voorlopige hechtenis mag alleen worden opgelegd bij dringende verdenking en een aanvullende detentiegrond. Minder ingrijpende maatregelen (bijv. belofte, meldplicht, contactverbod) hebben voorrang.
  8. Schadevergoeding doelgericht voorbereiden.
    Betalingen of aanbiedingen tot schadevergoeding moeten uitsluitend via de verdediging worden afgehandeld en gedocumenteerd. Een gestructureerde schadevergoeding heeft een positief effect op alternatieve afdoening en strafbepaling.
Rechtsanwalt Peter Harlander Peter Harlander
Harlander & Partner Rechtsanwälte
„Wie overwogen handelt, bewijs veiligstelt en vroeg juridische ondersteuning zoekt, behoudt de controle over de procedure.“

Uw voordelen met juridische ondersteuning

Gevallen van misleiding betreffen inbreuken op de vermogenssfeer, de economische beslissingsvrijheid en vaak ook het vertrouwen van een persoon. Doorslaggevend is of de handeling daadwerkelijk geschikt was om een dwaling te veroorzaken of in stand te houden en daardoor een vermogensschadelijke beslissing uit te lokken. Reeds kleine verschillen in verloop, begrijpelijkheid van de communicatie, informatiesituatie of in de persoonlijke situatie van de betrokkenen kunnen de juridische beoordeling aanzienlijk veranderen.

Een vroege juridische vertegenwoordiging zorgt ervoor dat alle relevante handelingen, mededelingen, geldstromen, overeenkomsten en reacties correct worden gedocumenteerd, verklaringen juist worden geïnterpreteerd en zowel belastende als ontlastende omstandigheden zorgvuldig worden onderzocht. Alleen een gestructureerde analyse laat zien of er daadwerkelijk sprake is van strafbare misleiding of dat afzonderlijke gebeurtenissen verkeerd zijn begrepen, onvolledig zijn weergegeven of in een onjuiste economische context zijn geplaatst.

Ons advocatenkantoor

Als specialisten in het strafrecht zorgen wij ervoor dat de beschuldiging van misleiding juridisch nauwkeurig wordt onderzocht en dat de procedure wordt gevoerd op basis van een volledig en evenwichtig feitencomplex.

Rechtsanwalt Sebastian Riedlmair Sebastian Riedlmair
Harlander & Partner Rechtsanwälte
„Juridische ondersteuning betekent het werkelijke gebeuren duidelijk te scheiden van waarderingen en daaruit een houdbare verdedigingsstrategie te ontwikkelen.“
Kies nu uw gewenste afspraak:Gratis eerste gesprek

FAQ – Veelgestelde vragen

Kies nu uw gewenste afspraak:Gratis eerste gesprek