Nalaten van hulpverlening
- Nalaten van hulpverlening
- Objectieve delictsomschrijving
- Kwalificerende omstandigheden
- Afbakening van andere delicten
- Bewijslast & bewijswaardering
- Praktijkvoorbeelden
- Subjectieve delictsomschrijving
- Schuld & dwalingen
- Strafopheffing & diversie
- Straftoemeting & gevolgen
- Strafmaat
- Geldboete – Dagboetesysteem
- Gevangenisstraf & (gedeeltelijk) voorwaardelijke opschorting
- Bevoegdheid van de rechtbanken
- Civiele vorderingen in strafzaken
- Overzicht van de strafprocedure
- Rechten van de verdachte
- Praktijk & gedragstips
- Uw voordelen met juridische ondersteuning
- FAQ – Veelgestelde vragen
Nalaten van hulpverlening
Nalaten van hulpverlening conform § 95 StGB betreft situaties waarin iemand een andere persoon in onmiddellijk levensgevaar herkent, hulp zou kunnen verlenen, maar dit bewust nalaat. Het delict is geen loutere overtreding van de fatsoensnormen, maar een zelfstandig strafbaar feit dat de maatschappelijke plicht tot wederzijdse hulp juridisch waarborgt.
Strafbaar is wie in een duidelijk herkenbare noodsituatie niets onderneemt, hoewel hij zonder aanzienlijk eigen gevaar hulp zou kunnen verlenen of hulp zou kunnen inschakelen. Alleen al het bellen van de hulpdiensten of het alarmeren van andere personen volstaat om aan deze plicht te voldoen. Het gaat niet om heroïsche zelfopoffering, maar om de fundamentele verantwoordelijkheid voor elkaar.
Wie een persoon in onmiddellijk levensgevaar ziet en geen redelijke hulp verleent of hulp inschakelt, pleegt nalaten van hulpverlening en maakt zich strafbaar.
Peter HarlanderHarlander & Partner Rechtsanwälte „Unterlassene Hilfe ist kein Zufall, sondern eine Entscheidung. Verantwortung endet nicht an der Bordsteinkante.“
Objectieve delictsomschrijving
De delictsomschrijving van nalaten van hulpverlening betreft situaties waarin iemand bij een ongeval of een algemeen gevaar geen hulp verleent, hoewel deze klaarblijkelijk noodzakelijk en redelijk zou zijn. Strafbaar is dus niet het veroorzaken van het ongeval, maar het bewust niets doen, wanneer een persoon zich in levensgevaar of in gevaar van aanzienlijk lichamelijk letsel of gezondheidsschade bevindt.
Wie een dergelijke situatie herkent en niet handelt, hoewel hij door eenvoudige maatregelen zoals noodoproep, eerste hulp of het inschakelen van derden een redding zou kunnen mogelijk maken of vergemakkelijken, voldoet aan de objectieve delictsomschrijving. De hulpverlening moet daarbij mogelijk, noodzakelijk en klaarblijkelijk geboden zijn.
Toetsingsstappen
Delictsobject: Een persoon die zich in levensgevaar of in gevaar van aanzienlijk letsel of gezondheidsschade bevindt.
Delictshandeling: Het bewust nalaten van een herkenbaar noodzakelijke en redelijke hulpverlening. Als hulp gelden met name eerstehulpmaatregelen, beveiliging van de gevarenzone, alarmering van de hulpdiensten of andere geschikte handelingen ter afwending van het gevaar.
Delictsgevolg: De bedreigde persoon blijft zonder hulp in een concrete gevaarlijke situatie. Heeft het nalaten de dood van een persoon tot gevolg, dan is er sprake van een verzwaarde delictsvariant.
Causaliteit: Het nalaten is causaal, indien de nagelaten handeling een reële kans op redding zou hebben geboden of de opgetreden schade door tijdige hulp vermijdbaar zou zijn geweest.
Objectieve toerekening: Het gevolg is toerekenbaar, indien de dader een reddingsplicht had, deze plichtsverzuimend naliet en daardoor het gevaar voortduurde of verergerde.
Kwalificerende omstandigheden
Dood tot gevolg: Als het nalaten van hulpverlening de dood van een persoon tot gevolg heeft, is een gevangenisstraf van maximaal één jaar of een geldboete van maximaal 720 dagtarieven voorzien.
Redelijkheidsgrens: Er is geen strafbaarheid indien de hulpverlening niet redelijk was, bijvoorbeeld omdat deze alleen mogelijk zou zijn geweest met aanzienlijk gevaar voor het eigen leven of de gezondheid of met schending van andere wezenlijke belangen.
Samenloopregel: Een afzonderlijke bestraffing vervalt, indien de dader reeds strafrechtelijk ter verantwoording wordt geroepen op grond van een zwaarder delict zoals lichamelijk letsel of doodslag.
Sebastian RiedlmairHarlander & Partner Rechtsanwälte „Das Gesetz unterscheidet genau. Nicht jede Untätigkeit ist strafbar, aber jede bewusste Gleichgültigkeit ist verwerflich.“
Afbakening van andere delicten
- § 83 StGB – Lichaamlijk letsel: Opzettelijke verwonding van een andere persoon. Vereist een gerichte of willens en wetens aanvaarde schade. De delictsomschrijving betreft actief handelen, niet nalaten.
- § 84 StGB – Zwaar lichamelijk letsel: Leidt de daad tot blijvende gezondheidsschade of aanzienlijke lichamelijke beperking, dan is er sprake van een kwalificatie van eenvoudige mishandeling.
- § 85 StGB – Opzettelijk zwaar lichamelijk letsel: Het zware gevolg wordt met opzet teweeggebracht. De dader wil het ernstige letsel en handelt doelgericht.
- § 86 StGB – Lichaamlijk letsel met dodelijke afloop: De dader verwondt opzettelijk, de dood treedt echter onbedoeld als gevolg in.
- § 88 StGB – Nalatige lichamelijke verwonding: Een schending van de zorgplicht zonder opzet. De dader had het gevaar kunnen herkennen en vermijden, maar handelt lichtzinnig of onoplettend.
- § 91 StGB – Vechtpartij: Geen gerichte lichamelijke verwonding, maar deelname aan een onoverzichtelijke confrontatie met minstens drie actief betrokkenen. Strafbaar is reeds het meewerken, wanneer iemand gewond of gedood wordt en de eigen bijdrage niet uitgesloten kan worden.
- § 94 StGB – In de steek laten van een gewonde: Bestraft wordt het nalaten van hulpverlening aan een persoon die men zelf heeft verwond. Doorslaggevend is de herkende hulpbehoevendheid en de mogelijkheid tot hulp zonder aanzienlijk eigen gevaar.
- § 95 StGB – Nalaten van hulpverlening: Omvat het niet verlenen van klaarblijkelijke hulp bij een ongeval of een algemeen gevaar, ook zonder eigen schuld. Strafbaar is het bewust nalaten van een noodzakelijke en redelijke hulpverlening, wanneer daardoor het leven of de gezondheid van een ander ernstig in gevaar blijft.
Het in de steek laten van een gewonde en het nalaten van hulpverlening verschillen hierin, dat in de steek laten van een gewonde een zelf veroorzaakt gevaar veronderstelt, terwijl nalaten van hulpverlening ook degene treft die slechts toevallig getuige is van een noodsituatie en ondanks herkenbaar gevaar niets onderneemt.
Bewijslast & bewijswaardering
- Openbaar Ministerie: draagt de bewijslast voor oorzaak, hulpbehoevendheid, mogelijkheid en redelijkheid van de hulpverlening, alsmede voor een eventueel verband tussen nalaten en het ingetreden gevolg.
- Rechtbank: ordent en waardeert alle bewijzen; ongeschikte of onrechtmatig verkregen bewijzen zijn niet bruikbaar. Doorslaggevend is of er een reële reddingskans bestond en of de dader deze aantoonbaar onbenut liet.
- Beschuldigde: geen bewijslast; mag twijfel over de herkenbaarheid, redelijkheid of causaliteit aantonen en wijzen op bewijsuitsluiting of lacunes.
Typische bewijsstukken: medische bevindingen/beelden, neutrale getuigen, video/CCTV/bodycam, sporenbeelden, digitale gegevens (tijd/plaats/metadata), deskundige reconstructies.
Peter HarlanderHarlander & Partner Rechtsanwälte „Beweise müssen Wirklichkeit abbilden, nicht Emotionen. Nur gesicherte Fakten tragen eine gerechte Entscheidung.“
Praktijkvoorbeelden
- Vlucht na een ongeval: Na een aanrijding of val herkent de dader dat een persoon zwaargewond is, maar verleent geen hulp en verwijdert zich. Het louter wegrijden of weggaan, zonder op zijn minst de noodoproep te doen, voldoet aan de delictsomschrijving van nalaten van hulpverlening.
- Doorrijden na een ongeval met persoonlijk letsel: Een bestuurster rijdt een voetganger aan, herkent het gevaar op letsel en vervolgt haar rit zonder hulp te organiseren. Ook al gebeurde het ongeval onopzettelijk, het niet verlenen van klaarblijkelijke hulp is strafbaar.
- Vrijetijdsongeval: Na een val tijdens het wandelen of klimmen merkt de begeleider duidelijke tekenen van een ernstig letsel op, zoals bewusteloosheid of verlammingsverschijnselen, en reageert niet. Het niet alarmeren van hulpdiensten grondt strafrechtelijke verantwoordelijkheid.
- Arbeidsongeval: Een medewerker raakt gewond bij een risicovolle werkstap. De leidinggevende of collega verlaat de gevarenzone, zonder eerste hulp te verlenen of ondersteuning te halen. Ook hier is sprake van nalaten van hulpverlening.
- Onredelijkheid van hulp: Een persoon raakt gewond bij een brand of ongeval. Hulp zou alleen mogelijk zijn door zichzelf bloot te stellen aan aanzienlijk levensgevaar. In dit geval is de hulpverlening niet redelijk en daarom niet strafbaar.
Subjectieve delictsomschrijving
De subjectieve delictsomschrijving van nalaten van hulpverlening vereist opzet. De dader moet weten of op zijn minst ernstig voor mogelijk houden dat een persoon zich in levensgevaar of aanzienlijk gezondheidsgevaar bevindt, dat hulp noodzakelijk en mogelijk zou zijn, en toch bewust besluiten om niets te doen.
Een bedoeling om de gevolgen te verergeren, is niet vereist. Het volstaat wanneer de dader onverschillig of passief blijft, hoewel de noodsituatie voor hem herkenbaar is. Wie een klaarblijkelijk gevaar waarneemt en toch niet handelt, voldoet aan de subjectieve delictsomschrijving.
Er is geen opzet indien de situatie objectief niet als hulpbehoevend herkenbaar was of wanneer iemand door shock, overbelasting of angst tijdelijk niet handelingsbekwaam is. Evenzo vervalt de delictsopzet, indien hulp feitelijk onmogelijk of onredelijk was.
Doorslaggevend is of de dader het gevaar kon en moest herkennen en zich bewust besloot om passief te blijven, hoewel hij wettelijk verplicht en feitelijk in staat zou zijn geweest om hulp te verlenen.
Kies nu uw gewenste afspraak:Gratis eerste gesprekSchuld & dwalingen
- Verbodsdwaling: Verontschuldigt alleen, indien de dwaling onvermijdelijk was. Iedereen is verplicht zich over de juridische situatie te informeren.
- Schuldprincipe: Strafbaar is alleen wie schuldhaft handelt; Nalatigheid veronderstelt voorzienbaarheid en vermijdbaarheid van het gevolg.
- Toerekeningsonvatbaarheid: Geen schuld bij ernstige psychische stoornis of ziekelijke aantasting van de stuurbaarheid. Indien er aanwijzingen zijn, dient een forensisch-psychiatrisch rapport te worden opgesteld.
- Verschonende noodtoestand: Geldt bij onredelijkheid van rechtmatig gedrag in een extreme dwangsituatie, zoals wanneer hulpverlening of redding het eigen leven ernstig in gevaar zou brengen.
- Putatieve noodweer: Een dwaling over het bestaan van een rechtvaardigingsgrond sluit opzet uit, maar laat de nalatigheid onverlet, indien de schending van de zorgplicht blijft bestaan. Ook hier geldt: Wie aantoonbaar risicovol handelt, kan zich niet beroepen op vermeende rechtvaardigingen.
Strafopheffing & diversie
Terugtrekking uit poging
Een terugtreding is bij het nalaten van hulpverlening in principe niet mogelijk, aangezien het delict reeds is voltooid met het plichtsverzuimend nalaten van hulpverlening.
Wie echter tijdig en vrijwillig hulp verleent, voordat zwaardere gevolgen intreden, kan een strafvermindering bereiken of het verwijt aanzienlijk verzachten. Doorslaggevend zijn het tijdstip, de effectiviteit van de latere hulp en het herkenbare inzicht om de plichtsverzuim te corrigeren.
Diversie
Een diversie komt in aanmerking, indien de schuld gering, de feiten opgehelderd en de verdachte inzichtelijk is. Mogelijke maatregelen zijn geldboetes, gemeenschapsdienst, reclassering of een delictsbemiddeling. Wordt de procedure diversionair afgehandeld, dan volgt geen veroordeling en geen aantekening in het strafregister.
Een diversie is niet mogelijk, indien het nalaten van hulpverlening tot de dood van een persoon heeft geleid of de dader bewust is gevlucht om verantwoordelijkheid te ontlopen. In minder ernstige gevallen kan zij echter bij bekentenis, inzicht en actieve schadevergoeding een passende oplossing zonder gerechtelijke veroordeling vormen.
Sebastian RiedlmairHarlander & Partner Rechtsanwälte „Strafzumessung zeigt, wie das Gericht Charakter bewertet, nicht nur Tatfolgen.“
Straftoemeting & gevolgen
De hoogte van de straf bij het in de steek laten van een gewonde richt zich naar de ernst van de plichtsverzuim, de opgetreden gevolgen en de persoonlijke schuld. De straf bij het nalaten van hulpverlening richt zich naar de ernst van de plichtsverzuim, de opgetreden gevolgen en de persoonlijke schuld. Doorslaggevend is of de dader het gevaar bewust negeert of slechts uit shock, angst of overbelasting niet heeft gereageerd. Maatgevend zijn ook het gedrag na de daad, het inzicht en de bereidheid tot herstel.
Verzwarende omstandigheden zijn met name aanwezig als
- de dader vlucht, in plaats van hulp te verlenen,
- het slachtoffer bewust hulpeloos wordt achtergelaten,
- het nalaten tot de dood of tot aanzienlijke gevolgen leidt,
- of de dader reeds wegens soortgelijke plichtsverzuimen opvallend was.
Verzachtende omstandigheden zijn bijvoorbeeld
- Onberispelijkheid,
- een bekentenis of teken van oprecht berouw,
- latere schadevergoeding of actieve hulpverlening,
- een schok- of uitzonderingssituatie tijdens de gebeurtenis,
- of een buitensporig lange duur van de strafprocedure.
Het Oostenrijkse strafrecht voorziet in het dagboetesysteem voor geldboetes.
Het aantal dagboetes is afhankelijk van de ernst van de schuld, de individuele dagboete van de inkomenssituatie. Hierdoor blijft de straf vergelijkbaar voelbaar. Indien deze niet wordt betaald, kan een vervangende vrijheidsstraf worden opgelegd.
Een vrijheidsstraf kan geheel of gedeeltelijk voorwaardelijk worden kwijtgescholden, indien deze twee jaar niet overschrijdt en er een positieve sociale prognose bestaat. De veroordeelde blijft dan op vrije voeten, maar moet zich gedurende een
De rechtbank kan aanvullend aanwijzingen geven, bijvoorbeeld voor schadevergoeding, deelname aan een EHBO-cursus of therapie, of reclasseringshulp gelasten. Deze maatregelen zijn bedoeld om toekomstige plichtsverzuimen te voorkomen en de sociale re-integratie van de dader te bevorderen.
Strafmaat
Bij het nalaten van hulpverlening hangt de straf af van de omvang van de gevolgen:
Basistatbestand: Vrijheidsstraf tot zes maanden of geldboete tot 360 dagboetes.
Dood tot gevolg: Vrijheidsstraf tot één jaar of geldboete tot 720 dagboetes.
De strafmaat houdt er rekening mee dat het niet gaat om een actieve schadetoebrengende handeling, maar om het bewust nalaten van geboden hulpverlening. Het gedrag weegt echter zwaar, omdat de dader een persoon in acuut levensgevaar willens en wetens zonder ondersteuning achterlaat, hoewel hulp mogelijk en redelijk zou zijn geweest.
Peter HarlanderHarlander & Partner Rechtsanwälte „Die Strafzumessung bewertet Pflichtverletzung, Einsicht und Folgeschwere – nicht die öffentliche Empörung.“
Geldboete – Dagboetesysteem
- Bereik: tot 720 dagboetes (aantal dagboetes = mate van schuld; bedrag/dag = draagkracht; min. € 4,00, max. € 5.000,00).
- Praktijkformule: 6 maanden gevangenisstraf ≈ 360 dagboetes (oriëntatie, geen schema).
- Niet-inbaarheid: Vervangende gevangenisstraf (in de regel geldt: 1 dag vervangende gevangenisstraf = 2 dagboetes).
Gevangenisstraf & (gedeeltelijk) voorwaardelijke opschorting
§ 37 StGB: Indien de wettelijke strafbedreiging tot vijf jaar vrijheidsstraf reikt, dient de rechtbank in plaats van een korte vrijheidsstraf van maximaal één jaar een geldboete op te leggen. Deze bepaling is ook relevant bij het nalaten van hulpverlening, aangezien zij in minder ernstige gevallen een vrijheidsstraf kan voorkomen, mits er geen speciale of algemene preventieve redenen tegen spreken.
§ 43 StGB: Een vrijheidsstraf kan voorwaardelijk worden opgeschort als deze twee jaar niet overschrijdt en de veroordeelde een positieve sociale prognose krijgt. De proeftijd bedraagt een tot drie jaar. Als deze zonder herroeping wordt doorlopen, geldt de straf als definitief opgeschort.
§ 43a StGB: De gedeeltelijk voorwaardelijke opschorting maakt een combinatie mogelijk van onvoorwaardelijk en voorwaardelijk strafdeel. Bij gevangenisstraffen van meer dan zes maanden tot twee jaar kan een deel voorwaardelijk worden opgeschort of worden vervangen door een geldboete tot 720 dagboetes, als dit gezien de omstandigheden passend lijkt.
§§ 50 tot 52 StGB: De rechtbank kan aanvullend aanwijzingen geven en reclasseringshulp gelasten. Typische aanwijzingen betreffen schadevergoeding, deelname aan een EHBO-cursus, therapie, contact- of verblijfsverboden, evenals maatregelen voor sociale stabilisatie. Het doel is het voorkomen van verdere plichtsverzuimen en het bevorderen van een duurzame legale re-integratie.
Bevoegdheid van de rechtbanken
Materiële bevoegdheid
Gevallen van nalaten van hulpverlening vallen, afhankelijk van de ernst van het gevolg van het misdrijf, onder verschillende gerechtelijke bevoegdheden. Bij het basistatbestand beslist de arrondissementsrechtbank via een alleenzittende rechter, aangezien de strafbedreiging maximaal zes maanden vrijheidsstraf of een geldboete tot 360 dagboetes voorziet.
Leidt het nalaten tot de dood, dan is de regionale rechtbank bevoegd, eveneens met een alleenzittende rechter.
Een schepen- of juryrechtbank is niet voorzien, aangezien de strafmaat maximaal één jaar vrijheidsstraf bedraagt.
Territoriale bevoegdheid
In principe is de rechtbank van de plaats delict bevoegd, dus die in wiens rechtsgebied de nalatige hulpverlening is gepleegd of waarvan de gevolgen zijn ingetreden.
Indien de plaats delict niet eenduidig kan worden vastgesteld, wordt de bevoegdheid bepaald door de woonplaats van de verdachte, de plaats van arrestatie of de zetel van het Openbaar Ministerie.
De procedure wordt gevoerd op de plaats die doelmatig en passend lijkt.
Instanties
Tegen uitspraken van de arrondissementsrechtbank is beroep bij de regionale rechtbank toegestaan.
Beslissingen van de regionale rechtbank kunnen met beroep of nietigheidsberoep bij het Hof van Beroep of bij het Hooggerechtshof worden aangevochten.
Sebastian RiedlmairHarlander & Partner Rechtsanwälte „Gerichtliche Zuständigkeit gewährleistet, dass das Verfahren dort geführt wird, wo die Tat rechtlich einzuordnen ist.“
Civiele vorderingen in strafzaken
Bij het nalaten van hulpverlening kunnen benadeelde personen of nabestaanden hun civielrechtelijke aanspraken direct in de strafprocedure geldend maken. Hiertoe behoren arts- en behandelkosten, smartengeld, gederfde inkomsten, begrafeniskosten, onderhoudsuitval en psychisch leed.
Door de aansluiting als benadeelde partij wordt de verjaring van deze aanspraken voor de duur van de strafprocedure geschorst. Pas na afronding van de strafprocedure loopt de termijn weer verder, voor zover de aanspraak niet volledig is toegewezen.
Een vrijwillige schadevergoeding of een schikking met het slachtoffer of de nabestaanden kan een verzachtend effect hebben op de strafmaat, indien deze tijdig, eerlijk en navolgbaar plaatsvindt. Wordt echter vastgesteld dat de dader bewust passief bleef of de gevaarlijke situatie verergerde, dan verliest deze omstandigheid doorgaans zijn strafverzachtende werking.
Kies nu uw gewenste afspraak:Gratis eerste gesprekOverzicht van de strafprocedure
- Begin van het onderzoek: Verdachtenstelling bij concreet vermoeden; vanaf dan volledige verdachtenrechten.
- Politie/Openbaar Ministerie: Openbaar Ministerie leidt, recherche onderzoekt; doel: seponering, diversion of aanklacht.
- Verhoor van verdachte: Voorafgaande waarschuwing; bijstand van advocaat leidt tot uitstel; zwijgrecht blijft bestaan.
- Dossierinzage: bij politie/Openbaar Ministerie/rechtbank; omvat ook bewijsmateriaal (voor zover onderzoeksdoel niet in gevaar komt).
- Hoofdverhandeling: mondelinge bewijsvoering, vonnis; beslissing over aanspraken van private partijen.
Rechten van de verdachte
- Informatie & verdediging: Recht op kennisgeving, rechtsbijstand, vrije advocaatkeuze, vertaalhulp, bewijsverzoeken.
- Zwijgen & advocaat: Zwijgrecht te allen tijde; bij bijstand van advocaat moet het verhoor worden uitgesteld.
- Waarschuwingsplicht: tijdige informatie over verdenking/rechten; uitzonderingen alleen ter waarborging van het onderzoeksdoel.
- Dossierinzage praktisch: Onderzoeks- en hoofdproceduredossiers; inzage van derden beperkt ten gunste van de verdachte.
Peter HarlanderHarlander & Partner Rechtsanwälte „Gerichtliche Zuständigkeit gewährleistet, dass das Verfahren dort geführt wird, wo die Tat rechtlich einzuordnen ist.“
Praktijk & gedragstips
- Zwijgen bewaren.
Een korte verklaring volstaat: “Ik maak gebruik van mijn zwijgrecht en spreek eerst met mijn verdediging.” Dit recht geldt reeds vanaf het eerste verhoor door politie of Openbaar Ministerie. - Onmiddellijk verdediging contacteren.
Zonder inzage in de onderzoeksdossiers moet geen verklaring worden afgelegd. Pas na dossierinzage kan de verdediging inschatten welke strategie en welke bewijsvergaring zinvol zijn. - Bewijzen direct veiligstellen.
Medische rapporten, foto’s met datumaanduiding en maatvoering, eventueel röntgen- of CT-opnamen maken. Kleding, voorwerpen en digitale opnamen gescheiden bewaren. Getuigenlijst en geheugenprotocollen uiterlijk binnen twee dagen opstellen. - Geen contact met tegenpartij opnemen.
Eigen berichten, telefoontjes of posts kunnen als bewijsmiddel tegen u worden gebruikt. Alle communicatie moet uitsluitend via de verdediging verlopen. - Video- en dataopnamen tijdig veiligstellen.
Bewakingsvideo’s in openbaar vervoer, horeca of van huisbeheer worden vaak na enkele dagen automatisch gewist. Verzoeken tot databeveiliging moeten daarom direct aan beheerders, politie of OM worden gericht. - Huiszoekingen en inbeslagnames documenteren.
Bij huiszoekingen of inbeslagnames moet u om een kopie van het bevel of proces-verbaal vragen. Noteer datum, tijd, betrokken personen en alle meegenomen voorwerpen. - Bij arrestatie: geen verklaringen over de zaak afleggen.
Sta erop dat uw advocaat onmiddellijk wordt ingelicht. Voorlopige hechtenis mag alleen worden opgelegd bij dringende verdenking en een aanvullende detentiegrond. Minder ingrijpende maatregelen (bijv. belofte, meldplicht, contactverbod) hebben voorrang. - Schadevergoeding doelgericht voorbereiden.
Betalingen of aanbiedingen tot schadevergoeding moeten uitsluitend via de verdediging worden afgehandeld en gedocumenteerd. Een gestructureerde schadevergoeding heeft een positief effect op alternatieve afdoening en strafbepaling.
Sebastian RiedlmairHarlander & Partner Rechtsanwälte „Objektive Befunde, neutrale Zeugen und gesicherte Videodaten tragen das Verfahren – nicht Vermutungen oder Erklärchats.“
Uw voordelen met juridische ondersteuning
Gevallen van nalaten van hulpverlening behoren tot de meest gevoelige lichamelijk letselmisdrijven. Dergelijke situaties ontstaan vaak uit schok, overbelasting of angst voor de gevolgen. Wat aanvankelijk een spontane misreactie lijkt, kan aanzienlijke strafrechtelijke gevolgen hebben, indien een gewonde persoon zonder redelijke hulp wordt achtergelaten.
De juridische beoordeling hangt af van hoe duidelijk de hulpbehoevendheid herkenbaar was, welke handelingen mogelijk zouden zijn geweest en of het nalaten daadwerkelijk heeft bijgedragen aan de schade. Zelfs kleine verschillen in getuigenverklaringen, medische bevindingen of digitale bewijsmiddelen kunnen doorslaggevend zijn voor de juridische kwalificatie.
Een tijdige juridische vertegenwoordiging is daarom essentieel. Deze helpt om het werkelijke verloop te reconstrueren, bewijsmateriaal veilig te stellen en verkeerde conclusies te corrigeren. Vooral in emotionele of onoverzichtelijke situaties ontstaan gemakkelijk verkeerde inschattingen, die zonder juridische ondersteuning moeilijk te weerleggen zijn.
Ons advocatenkantoor
- onderzoekt of er daadwerkelijk sprake is van een strafbare plichtsverzuim of dat de hulpverlening niet redelijk of objectief onmogelijk was,
- analyseert politierapporten, medische dossiers en getuigenverklaringen op tegenstrijdigheden,
- begeleidt u gedurende het gehele opsporings- en gerechtelijke proces,
- ontwikkelt een verdedigingsstrategie die uw situatie realistisch en navolgbaar weergeeft,
- en verdedigt uw rechten vastberaden tegenover politie, Openbaar Ministerie en rechtbank.
Een ervaren strafverdediging zorgt ervoor dat schokreacties, overbelasting of vergissingen niet voorbarig als strafbaar nalaten worden beschouwd. Zij zorgt ervoor dat uw gedrag in de juiste context wordt beoordeeld en dat de procedure eerlijk, objectief en juridisch correct verloopt.
Zo krijgt u een verdediging met een duidelijke structuur, juridische precisie en persoonlijke strategie, die gericht is op een rechtvaardig en evenwichtig resultaat.
Peter HarlanderHarlander & Partner Rechtsanwälte „Machen Sie keine inhaltlichen Aussagen ohne vorherige Rücksprache mit Ihrer Verteidigung. Sie haben jederzeit das Recht zu schweigen und eine Anwältin oder einen Anwalt beizuziehen. Dieses Recht gilt bereits bei der ersten polizeilichen Kontaktaufnahme. Erst nach Akteneinsicht lässt sich klären, ob und welche Einlassung sinnvoll ist.“